Meikensbossen

De naam Meikensbossen wordt nog maar sinds kort gebruikt, maar ’t Meyken in de Meykenhoek wordt al in 1641 vermeld. Op de grens tussen Tielt en Dentergem was er een herberg ’t Meyken. Vroeger was het bos ook onder vele andere namen bekend in de omgeving: het Vijverbos, de Bunders en de Sperrebossen. In oude geschriften lezen we nog meer schilderachtige namen zoals het Zwanenestjen, het Schrooitje, het Erbeziebosch of het Biesbulkske.

Op oude Ferrariskaarten kunnen we zien dat de omgeving van de huidige Meikensbossen 200 jaar geleden nog een bosrijke omgeving was, het zogenaamde Dendrombosch. In de 19de eeuw raakten deze bossen versnipperd. Tijdens de twee wereldoorlogen ging het bos grotendeels tegen de vlakte voor brandhout. Later werd het gebied verder ontgonnen als landbouwgrond. Zo bleven er maar een schamele 5 hectare over van het ooit zo grote Dendrombosch.
Vandaag  werken we aan de ontwikkeling van de nieuwe Meikensbossen. Tussen 2000 en 2010 zijn 46 hectare gronden aangekocht, waarvan 3,5 hectare van het oude Vijverbos. Dat is goed voor een oppervlakte van bijna 100 voetbalvelden. Jaarlijks richten we het domein verder in.

Door de eeuwen blijkt vaak dat bossen voor de omwonenden van groot belang kunnen zijn. De tweede helft van de 19de eeuw kende een economische crisis door het ineenstorten van de katoenindustrie. De armoede sloeg toe en heel wat mensen uit de streek van Dentergem en Tielt trokken noodgedwongen naar het bos. Op zoek naar brandbaar materiaal om hun huisjes te verwarmen. Ze raapten zelfs bladeren bijeen. Daarom werden ze al snel de Looverscharters genoemd. Het waren arme maar wel eerlijke sukkelaars, want anderen kapten zomaar hout in de bossen. En dat was toen ook al verboden.

In het oude Vijverbos vind je typische plantensoorten van oud bos. Gele dovenetel, slanke sleutelbloem, gewone salomonszegel en bosanemoon zorgen in het voorjaar voor kleur en geven een bezoekje aan de Meikensbossen tussen april en juni extra cachet.
De houtkanten in de Meikensbossen hebben een dubbele functie. Ze zorgen niet alleen voor biodiversiteit en een afwisselend decor langs de wandelpaden, we oogsten ook de zaadjes van deze planten om verder te verspreiden in onze Vlaamse bossen. In het ruime aanbod vind je gewone vogelkers, sleedoorn, rode kornoelje, hazelaar, Gelderse roos, meidoorn, mispel, kardinaalsmuts en hondsroos.

Het afwisselende landschap van de Meikensbossen levert een grote verscheidenheid aan diersoorten op. Vlinders zoals dagpauwoog, oranjetip en konningepage fladderen over de open natuurgraslanden. Amfibieën vinden een ideale leefwereld in de poelen. De houtkanten bieden bescherming maar ook lekkere bessen voor zangvogels zoals zwartkop, fitis, grasmus, spotvogel en zanglijster. De grote bonte specht roffelt in het oude bosgedeelte, en ’s nachts komt de bosuil er op bezoek. In de omliggende weilanden vertoeven patrijs, haas, veldleeuwerik en gele kwikstaart.