Kasteelpark Blauwhuis

Het loofbos in het Blauwhuispark heeft de grootste natuurwaarde van het park. In het centrale deel heeft zich een reigerkolonie gevestigd. De ijskelder is een overwinteringsplaats voor verschillende vleermuissoorten (zoals de watervleermuis, baardvleermuis en grootoorvleermuis). Een reigerkolonie nestelt zich in de ecologisch beheerde oude bomen.

Sinds 2017 is het Agentschap voor Natuur en Bos eigenaar van grote delen van het kasteelpark Blauwhuis. Het park werd eind 19e eeuw in Engelse landschapsstijl aangelegd, met kasteelomwallingen en een serpentinevijver, de ideale verblijfplaats voor verschillende soorten kikkers, padden, salamanders, vissen, water- en oeverplanten. 

Midden in het park staat het kasteel Blauwhuis, waarvan de historische wortels tot diep in de 16de-eeuw reiken. De oorspronkelijke pachthoeve werd door de Brugse familie van Huerne in de 18de eeuw verbouwd tot een ‘huys van plaisantie’. Adellijke lieden verbleven er tijdelijk om zich te vermaken met bezigheden als jacht, theedrinken en prettige conversatie. Een speelhuis werd gebruikt om zakelijke relaties te smeden of te onderhouden.
De laatste adellijke bewoners van kasteel, in de 19de en 20ste eeuw, behoorden tot de families Gillès en Gillès de Pélichy  en waren nauw verbonden met het welzijn van de stad Izegem.
Het verhaal van het kasteel is ondertussen aan een nieuw hoofdstuk begonnen. Het kasteel, alsook het bijbehorende koetshuis, werden gerestaureerd door de eigenaar JMA Group nv (familie Romel) met respect voor de bestaande erfgoedwaarden.
Het kasteel Blauwhuis is daarbij een warme ontmoetingsplaats geworden voor elke generatie, waar geschiedenis en toekomst hand in hand gaan. Het kasteel vormt een inspirerende broedplaats waar creatieve makers, ondernemers, horeca en het gemeenschapsleven samenkomen, dit met een knipoog naar sociaal verantwoord en duurzaam ondernemen.