Rhodesgoed

In 1995 kocht de Vlaamse overheid de landbouwgronden van het Rhodesgoed aan om er een nieuw bos voor Izegem en omstreken aan te planten. Om het vooruit te laten gaan werden in een eerste fase pioniersbomen, zoals wilg en populier, geplant. Deze snelgroeiende soorten bereidden de bodem voor op trager groeiende soorten zoals zomereik, gewone es, zoete kers, beuk en haagbeuk.
Het domeinbos biedt niet alleen variatie voor de bezoeker. Ook de aanwezige dieren weten dit te appreciëren. Het bosje met naaldbomen maakt dat de bosuil er een geschikt nest vindt. De open plekken in de bloemrijke weiden bieden akkervogels zoals kievit en gele kwikstaart een veilige broedplaats aan.
De talrijke poelen en meanderende Rhodebeek zijn het leefgebied voor kleine watersalamanders, alpenwatersalamanders, groene en bruine kikkers. Ook waterplanten als gele lis, waterranonkel, zwanebloem, wateraardbei en kikkerbeet gedijen er uitstekend en zorgen voor een mooi kleurenpallet rond de poel nabij de parking.

Na 20 jaar groeien is het Rhodesgoed al de naam 'bos' waardig. Zelfs de ree heeft al haar weg gevonden naar hier. Wandelaars zien ze regelmatig tijdens hun verkwikkende ochtendwandelingen. Zeker ook eens proberen!

De naam Rhodesgoed komt van Rudolf van Rode, heer van Schelderode en Melle. Hij was eigenaar van de heerlijkheid Rode in de 13de eeuw. Elke heerlijkheid telde vele hoeven en huizen van boeren en burgers. De belangrijkste hoeve van een heerlijkheid bleef echter eigendom van de heer. Voor Rode was dat het Rhodesgoed. Vandaag herinneren de gerestaureerde hoevegebouwen van de brasserie nog aan dat landbouwverleden.