Vallei van de Berwijn

In de meest westelijke deelgemeente van Voeren, Moelingen, is de Vallei van de Berwijn een kostbaar kleinood. Door Europa werd dit Vlaamse natuurreservaat niet voor niets uitgeroepen tot habitatrichtlijngebied. Dat betekent dat men extra inspanningen levert om de wilde fauna en flora in het gebied in stand te houden en, waar nodig, te herstellen.

In de idyllische Voerstreek baant het snelstromende riviertje de Berwijn zich al zigzaggend een weg tussen de steile hellingen van het Maasdal. Als een ware weldoener herbergt de vallei heel wat soorten die uniek zijn voor Vlaanderen.

Er lopen twee bewegwijzerde wandelpaden langs de vallei die je helemaal onderdompelen in het sfeervolle groen van de streek. Wegens het kwetsbare karakter van de aanwezige fauna en flora mag je niet van de paden afwijken en het gebied binnen de Vallei van de Berwijn zelf is niet toegankelijk, omdat koeien het domein begrazen. Onderweg maak je kennis met dit unieke stukje Vlaanderen. Op de kalkrijke hellingen van de vallei tref je vele voorjaarsbloeiers aan, zoals gele anemoon en voorjaarshelmbloem. In de kalkrijke hellinggraslanden kun je heel wat zeldzame en kleurrijke paddenstoelen ontdekken.

Hoogstamboomgaarden en knotwilgen sieren de oevers van de Berwijn. De sterk meanderende rivier heeft bovendien een heel bijzondere vispopulatie. Kopvoorn, beekforel en elrits zwemmen er samen met zeldzame soorten als gestippelde alver, vlagzalm en rivierdonderpad. Ook op het water zul je het zien krioelen van het leven. Weidebeekjuffers dansen over het wateroppervlak en heel wat vogels vinden hier een ideaal broedgebied.

De ondergrondse dassenburchten tonen aan dat de schuchtere das na jarenlange afwezigheid weer een thuis heeft gevonden in de vallei van de Berwijn. Overdag zal hij zich zelden of nooit tonen, maar je vindt wel sporen van zijn activiteiten terug in het landschap. Koeien van lokale landbouwers begrazen de graslanden en dragen zo op hun beurt ook weer bij aan een grotere plantenrijkdom.