FAQ LIFE DUNIAS
Terug naar de LIFE DUNIAS-homepagina
Hoe zullen de duinen er na de werken uitzien?
De eerste maanden na het verwijderen van de woekerplanten blijft een zandig duin over. Dit kaal duin is interessant voor de biodiversiteit: heel wat vlinders en andere insecten gebruiken het duinzand om op te warmen, ook de rugstreeppad is verzot op kale plekken in het landschap. Na enkele maanden kiemen nieuwe planten vanuit de aanwezige zaden in het duinzand en koloniseren zo het duin. Planten zoals het duinviooltje, duinpaardenbloem, scherpe fijnstraal en zeeraket zijn de eerste soorten die je zult zien. Na enkele jaren ontwikkelt zich opnieuw een soortenrijk inheems duin waar onze natuur optimaal van profiteert. Binnen LIFE DUNIAS zal een studiebureau tot eind '26 de hergroei van inheemse duinvegetaties in kaart brengen daar waar woekerplanten verwijderd werden.
Waarom worden er zo'n grote machines gebruikt?
Sommige woekerplanten hebben een heel diep wortelstelsel en komen in grote aantallen voor. Dit maakt het onmogelijk om deze met een spade te verwijderen. Met een graafmachine worden sommige invasieve planten tot wel 1 meter diep uitgegraven, anders schieten de planten in snel tempo terug uit vanuit de achtergebleven wortels. Ieder stukje wortel moet dus uit de bodem, want zelfs het kleinste stukje dat achterblijft kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Een fijnmazige trommelzeef kan ter plekke deze wortelfragmenten scheiden van het aanwezige duinzand.
Is het project goed voor de biodiversiteit?
Het LIFE DUNIAS-project is enorm goed voor de biodiversiteit van de Vlaamse kustduinen! De tientallen hectares waar uitheemse woekerplanten verwijderd worden, herstellen zich terug tot Europees beschermde duinnatuur.
Onder woekerplanten met dichte bladerdekken komen weinig planten en dieren voor omdat het zonlicht de duinbodem moeilijk kan bereiken. Nadat woekerplanten verwijderd worden, herstelt de duinnatuur zich spontaan. Duinviooltjes duiken op en daar geniet de kleine parelmoervlinder van. Helmgras begint het zand te fixeren, waarna de heivlinder z’n eitjes op dit gras kan leggen. De rugstreeppad profiteert van de vernieuwde dynamiek in de duinen. Het zand kan terug stuiven en zorgt voor herbekalking van het landschap. Dit laatste is dan weer interessant voor planten zoals grote tijm, geel zonneroosje en tal van orchidee soorten.
Waarom moet de rimpelroos verdwijnen?
Rimpelroos komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië. Deze plant hoort hier dus helemaal niet thuis. Sterker nog: de rimpelroos vormt, net zoals andere woekerplanten, een grote bedreiging voor onze Vlaamse duinnatuur! Doorheen het dichte bladerdak van de rimpelroos komt amper zonlicht dus onder de plant groeien bijna geen andere planten meer. Ook de dieren die in de duinen leven, zijn hier niet mee gebaat.
Wat kan ik zelf doen om onze duinen te helpen?
Iedereen kan haar of zijn steentje bijdragen! Enkele zaken waarop je kan letten:
- Laat nooit tuinafval achter in de vrije natuur. Plantendelen kunnen in bepaalde gevallen snel wortelschieten, en terug uitgroeien tot woekerplanten.
- Heb je een woekerplant herkend? Meld deze dan via www.waarnemingen.be, ObsIdentiy of ObsMapp.
- Woon je in de buurt van de duinen of grenst jouw tuin aan een duin? Vermijd dan woekerplanten in je tuin. Deze breiden zich makkelijk uit via ondergrondse worteluitlopers en belanden ook via bessen, die door vogels worden opgegeten, in de natuur.
- Koop geen woekerplanten.
Hoe verwijder ik woekerplanten uit mijn eigen tuin?
Het best worden woekerplanten in hun geheel verwijderd, met speciale aandacht voor het verwijderen van de wortels. Op deze manier zorg je ervoor dat de plant zich niet meer verder kan verspreiden: zowel boven- als ondergronds. De planten snoeien heeft geen enkele zin, soms groeien ze na het snoeien zelfs beter.
Waarom vinden de grootschalige werken plaats in het najaar?
De periode van de werken is samen met alle duinbeherende instanties en kustgemeentes doordacht uitgekozen. Deze vinden plaats buiten het broedseizoen om geen vogels te verstoren, alsook buiten het toeristisch seizoen.
Zorgt het project voor een betere kustbescherming? Wat met stuivend zand?
Struiken houden zand vast met hun wortels. Door woekerplanten te verwijderen ontstaan tijdelijk en plaatselijk open duinen. Waar nodig wordt helmgras aangeplant om de stevigheid van de duinen te bewaren. Helmgras speelt een belangrijke rol in de vorming van duinen. Helm heeft een groot wortelgestel waardoor het met het duin mee omhoog kan groeien. Aanplantingen met helm voorkomen lokaal dat het stuivende zand wegen en bebouwing overstuift.
Verhoogt het verwijderen van struiken de toegankelijkheid van beschermde gebieden?
Ja en nee: bepaalde zones zijn ontoegankelijk om kwetsbare natuur te beschermen. Andere zones worden inderdaad beter toegankelijk doordat ondoordringbaar struikgewas verwijderd wordt.
Is de rimpelroos een bijenparadijs?
Het is afhankelijk hoe je een ‘bijenparadijs’ definieert. Wanneer je naast een groot stuk vol rimpelrozen staat, zie je inderdaad redelijk wat bijen. Het zijn echter bijna uitsluitend hommels (vooral aardhommelgroep) en honingbijen. Rimpelroos is een aantrekkelijke plant voor de 'sociale bijen' en trekt hierdoor grote aantallen van eenzelfde soort aan. (Sociale bijen vormen kolonies gesticht door een koningin.) Met deze redenering kan je makkelijke concluderen dat de rimpelroos een goede bijenplant is.
Wanneer we echter naar soorten gaan kijken, zie je de keerzijde van dit verhaal. Het aantal soorten is uiterst beperkt. In 2022 werden maar 4 soorten bijen waargenomen op rimpelroos door bijenexpert Maarten Wielandts. En over heel België, op basis van 95.000 waarnemingen van bijen op bloemen, zijn er maar 13 soorten waargenomen op rimpelroos. Het contrast met paardenbloem (154 soorten) en braam (145 soorten) is immens! Lavendel, kattenkruid en de vlinderstruik hebben ook een uitermate positief imago op vlak van aantrekkingskracht voor bijen en vlinders. Maar ook daar is hetzelfde van toepassing: ze trekken veel van hetzelfde aan, ze scoren slecht op het aantal verschillende soorten dat ze aantrekken.
De aanwezigheid van een groot aantal bijen creëert een bepaalde perceptie dat de struik in kwestie een bijenparadijs is. Enkel door alle factoren te bekijken, kan je echt spreken van een bijenparadijs of niet. Het oog wil wat, maar de wetenschap wil vooral cijfers. In het kader van LIFE DUNIAS onderzoekt bijenexpert Maarten Wielandts de aanwezigheid van (wilde) bijen en hommels op uitheemse struiken zoals rimpelroos vs. inheemse planten zoals braam, blauwe zeedistel, Jacobskruiskruid en schermhavikskruid. In 2024 wordt hierover een rapport verwacht.
Zijn sommige uitheemse planten niet net goed voor onze natuur door klimaatverandering?
Uitheemse soorten komen van overal ter wereld op allerlei manieren bij ons terecht. Vaak zijn exotische soorten afkomstig uit warmere regio’s. (We gebruiken uitheems en exotisch als synoniemen.) Klimaatverandering kan dus een bijzonder grote impact hebben op de verdere uitbreiding van deze soorten in onze regio.
Enerzijds zullen uitheemse planten en dieren uit warme oorden die in onze streken terecht komen makkelijker overleven wanneer de omstandigheden hier idealer worden voor hen. Anderzijds wordt verwacht dat uitheemse soorten die hier al voorkomen maar niet woekeren (bijvoorbeeld in een privé tuin) zich in de toekomst mogelijks wel invasief gaan gedragen. Kijken we even naar de hottentotvijg (Carpobrotus edulis): een soort uit Zuid-Afrika die nu al volledige kustecosystemen in Zuid-Europa overwoekert en langzaam zijn areaal noordelijker doet uitbreiden door warmere temperaturen. Een soort die wij zeker in het oog houden.
Bepaalde zuiderse soorten die inheems zijn in Zuid-Europa, zullen in de toekomst vermoedelijk ook hun verspreidingsgebied uitbreiden tot onze streken. De impact van deze soorten zal door experten moeten geëvalueerd worden. Mogelijks kan een deel van deze soorten in de toekomst als ‘inheems’ beschouwd worden. Bij bosaanplanten wordt nu al gebruik gemaakt van variëteiten van zuidelijkere regio’s omdat deze boomsoorten beter bestand zijn bij warmere temperaturen.
Zonder struiken geen bessen meer: wat moeten vogels en andere dieren dan eten?
LIFE DUNIAS verwijdert enkel uitheemse struiken die een invasief karakter vertonen. Het gaat over een beperkt deel van de totale oppervlakte aan struiken langsheen de Vlaamse kust. Inheemse struiken blijven behouden en bieden een grote bron aan voedsel voor vogels, insecten en andere dieren. Denk dan bijvoorbeeld aan de duindoorn die in het najaar met opvallende oranje bessen een energetische snack vormt voor de trekvogels. Het klopt dat zaden en bessen van uitheemse struiken ook gegeten worden door dieren. Deze bevatten echter aanzienlijk minder nutriënten in vergelijking met inheemse struiken. Het is dus vooral van belang om inheemse struiken met bessen ter beschikking te stellen.
We zien dat inheemse planten vaak veel grotere hoeveelheden insecten hebben dan de uitheemse planten. Dit komt omdat inheemse planten en dieren al duizenden jaren co-evolueren. ‘Ze (her)kennen elkaar’ als het ware. Insecten op planten zijn op hun beurt een bron van voedsel voor o.a. vogels. Wanneer er bijvoorbeeld minder rupsen op een uitheemse soort te vinden zijn, heeft de vogel ook minder voedsel om hun jongen groot te brengen. Een omgeving vol uitheemse planten heeft dus vaak grote gevolgen voor de voedselpiramide. Enkele interessante, Amerikaanse studies rond dit topic: de studie van Pagano et al (2013) en de studie van Gallinat et al (2020).
Wat zijn de voor- en nadelen van deze grote werken?
Dankzij de werken die in kader van het LIFE DUNIAS-project plaatsvinden, worden woekerplanten langsheen de volledige Vlaamse kust verwijderd. Hierdoor kunnen ze zich niet verder uitbreiden, en geen inheemse duinnatuur meer bedreigen. Tijdens bepaalde periodes zijn hierdoor grote machines aanwezig op het terrein. Het Agentschap voor Natuur en Bos of de betrokken partners stemmen telkens af met lokale overheden zodat zo weinig mogelijk hinder wordt veroorzaakt. Waar nodig worden tijdelijk alternatieve wandelroutes voorgesteld.
Waar komen die woekerplanten vandaan?
Woekerplanten komen op verscheidene manieren in de duinen terecht. Ze worden vaak aangeplant in privétuinen of gemeentelijk parken omwille van hun schoonheid of robuustheid. Van daaruit kunnen deze planten ontsnappen in de vrije natuur: via ondergrondse wortelnetwerken, zaden, vogels die de bessen opeten of het dumpen van tuinafval in de natuur. Zo kunnen sommige planten zich spontaan vestigen in de natuur waar ze geen natuurlijke concurrentie hebben. Ze krijgen vrij spel om zich ongelimiteerd te vermenigvuldigen en uit te breiden in de duingebieden.
Worden er herbiciden gebruikt?
Op sommige locaties wordt een herbicide gebruikt om woekerplanten te verwijderen. Deze chemische behandeling gebruiken we enkel op plaatsen waar geen andere opties zijn om de woekerplanten aan te pakken! Dit kan gaan over ondergrondse leidingen of infrastructuur die aanwezig is waardoor er niet, zelfs niet handmatig, kan gegraven worden of ter bescherming van erfgoed.
In kader van het LIFE DUNIAS-project wordt enkel de herbicide Triclopyr gebruikt om bloemplanten te doen afsterven. Grassen blijven door deze stof wel in leven, waardoor de duinen niet beginnen stuiven omdat de bodem wordt vastgehouden. De stof is niet giftig voor bijen. Tijdens de behandeling wordt de vegetatie eerst gemaaid, waarna de nieuwe scheuten van woekerplanten met de herbicide behandeld worden. Indien de planten het volgende groeiseizoen niet volledig afgestorven zijn, is een nabehandeling mogelijk.
Worden bomen verwijderd door het project?
Slechts enkele boomsoorten worden aangepakt tijdens het project. LIFE DUNIAS zet voornamelijk in op invasieve struiken. Uitzondering hierop is de hemelboom. Deze staat op de unielijst van de Europese Unie en moet dus prioritair aangepakt worden. Ook Amerikaanse vogelkers, olijfwilg, abeel, esdoorn, robinia, den en populier worden aangepakt wanneer ze duingraslanden dreigen te overwoekeren of wanneer hun ondergroei woekerstruiken zoals rimpelroos omvat.
Waarom laten we de natuur niet gewoon zijn gang gaan?
Indien we de natuur z’n gang laten gaan, worden onze duinen meer en meer overwoekerd door invasieve planten. Het is gekend dat deze woekeraars zich op korte tijd zeer sterk kunnen uitbreiden. Waar het ene jaar slechts 1 plant te zien is, bevindt er zich enkele jaren later een vlek van meerdere vierkante meters groot. Door nu in te grijpen voorkomen we verdere overwoekering van het duinenlandschap en kan onze eigen duinnatuur zich weer herstellen. Bovendien worden de kosten aan de maatschappij steeds groter. In bepaalde gevallen kunnen wortels van woekerplanten bijvoorbeeld het wegdek of andere infrastructuur beschadigen. De kost aan onze eigen natuur is amper uit te drukken door de ecologische schade die deze planten veroorzaken. Het loont om zo snel mogelijk in te grijpen!
Wat is nazorg?
Woekerplanten zijn hardnekkige planten en daarom is nazorg nodig.
Kleine stukken wortel en bottels met zaden die tijdens de hoofdbehandeling achterblijven, groeien nadien terug uit tot nieuwe plantjes. Om te vermijden dat de plant opnieuw kan aansterken wordt nazorg toegepast. Nazorg bestaat uit enerzijds visuele controle: experten inspecteren de aangepakte gebieden en houden hun bevindingen bij via een gedetailleerde GPS. En anderzijds kleinschaligere ingrepen op elke locatie, en dit enkele maanden na de hoofdbehandeling én meermaals tot de volledige verwijdering een feit is.
Visueel wordt het gebied dus gescreend en waar nodig worden nieuwe planten manueel of mechanisch verwijderd. Ook een chemische nabehandeling rekenen we onder de term ‘nazorg’. Dit doen we enkel op plaatsen waar geen andere opties zijn.