Kasteelpark Gaasbeek biedt uniek decor voor bedreigde vroedmeesterpad
Zo’n 1000 jonge vroedmeesterpadjes genieten vanaf nu van een prachtig groen decor met uitzicht op een historisch kasteel. Twee visvrij gemaakte kasteelvijvers en kalkrijke flanken maken van het Park van Gaasbeek een geschikte habitat voor deze intrigerende amfibie. Deze uitzet past in het soortenbeschermingsprogramma (SBP) om de sterk bedreigde vroedmeesterpad nieuw leven in te blazen. Dat gebeurt door het herstellen en inrichten van leefgebieden en het uitrollen van een grootschalig kweekprogramma.
De vroedmeesterpad heeft het knap lastig in Vlaanderen. Het veeleisende padje van amper vijf centimeter heeft een specifiek land- en waterbiotoop nodig met warme schuilplekjes nabij visvrij water. Die biotopen zijn schaars geworden en bovendien zijn het honkvaste dieren die niet snel uitwijken naar een nieuw territorium. Om de soort in Vlaanderen van uitsterving te redden werd enkele jaren geleden een SBP opgestart. Een aantal partners waaronder het Agentschap voor Natuur en Bos en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) bundelen hun krachten om met Europese steun het aantal populaties en exemplaren terug op een veilig niveau te brengen.
Vers genetisch materiaal
Loïc van Doorn van het INBO: “Het SBP voorziet een intensief kweekprogramma van larven met ‘vers’ genetisch materiaal uit Nederland, Wallonië en de resterende populaties in Vlaanderen. We kweken die larven in onze kweekinstallaties van Linkebeek op tot geslachtsrijpe padden. Het zijn hun nakomelingen die we uitzetten in bestaande populaties of in nieuwe geschikte gebieden zoals in het Park van Gaasbeek. Zo’n duizend kleine padjes en larven krijgen hier een tweede thuis. Om ze zoveel mogelijk overlevingskansen te geven vraagt dat eerst een aantal aanpassingen op het terrein.”
Visvrije vijvers
Tom Brichau van Natuur en Bos: “Toen het INBO aanklopte om vroedmeesterpadjes in het Park van Gaasbeek uit te zetten waren we meteen mee in dit schitterend verhaal. Het kasteel bevindt zich op een kalkrijke, schrale heuvel met ook een wijngaard. Het terrein heeft daardoor een warm, zuiders karakter en leunt aan bij beter gekende landhabitats van de vroedmeesterpad zoals voormalige steengroeven. De belangrijkste voorwaarde was wel om te voorzien in kwalitatief en visvrij water, want de kwetsbare larven en jonge padjes vormen een lekkernij voor veel vissoorten. We maakten de Spiegelvijver en de middelste vijver – samen zo’n 1 hectare groot – visvrij en pasten de oevers aan. De derde kasteelvijver – de Krommevijver – blijft openbaar viswater.”
Het INBO en Natuur en Bos zullen de evolutie van de padjes in Gaasbeek op de voet volgen en indien nodig de situatie op het terrein bijsturen.
Buitenbeentje
Dat de vroedmeesterpad zo’n specifiek land- en waterbiotoop vereist is geen toeval. Dit buitenbeetje onder de amfibieën legt haar eitjes niet in het water. Het mannetje wikkelt het eisnoer om zijn achterpoten en draagt het enkele weken met zich mee aan land. Pas als de larven in de eitjes voldoende ontwikkeld zijn, keert hij terug naar de poel om ze af te zetten. Een vroedmeesterpad legt weliswaar minder eitjes dan andere soorten, maar dankzij deze unieke techniek hebben ze een grotere kans om de eerste levensweken te overleven.