Werken aan de Oude Durme in Weijmeerbroek

Het slib in de Oude Durme is rijk aan nutriënten en zwaar vervuild. Door het slib weg te graven zal de waterkwaliteit verbeteren, zo krijgt de natuur extra kansen om zich verder te ontwikkelen. Volgens projectleider Renaat Myny van het Agentschap voor Natuur en Bos zouden de werken eind 2025 klaar moeten zijn: “Het slib in het oostelijk deel van de afgesneden meander wordt machinaal verwijderd en afgevoerd. Dit is een eerste fase in een reeks ingrepen om het gebied in te richten als wetland met open water en rietpartijen. Dat zal een boost geven aan de biodiversiteit en maakt ons weerbaar tegen verdroging en overstromingen.”

Natte natuurgebieden zijn dé buffer om de effecten van het steeds extremere klimaat te temperen. Meer water opvangen en het langer vasthouden zijn het motto. In de bedding van het oostelijke deel van de Oude Durme wordt ook een vooroever aangelegd. Dat is een flauw afhellende oever met een geleidelijke overgang van water naar land. Hiervoor wordt de bestaande bedding opgehoogd met bodemmateriaal dat wordt vastgehouden door een houten palenrij. In de ondiepe zone ontstaat een ideale leefomgeving voor insecten, amfibieën en vissen. Ze vinden er voedsel en kunnen er rustig opgroeien of zich voortplanten. De planten op de oever en in het water vormen een prima schuilplek. Ook rietvogels als de blauwborst, de woudaap en de kleine karekiet voelen zich er thuis.