Natuur, gezondheid en biodiversiteit: een gezonde mens in een gezonde natuur
De Grieken promootten lang geleden al ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’, en ondertussen weten we allemaal dat het ene niet zonder het andere kan. Maar in deze moderne tijden lanceren we graag een nieuw motto: ‘Een gezonde mens in een gezonde natuur.’
Veel studies tonen aan dat de natuur een positieve invloed heeft op mensen. De natuur nodigt uit tot bewegen, waardoor er minder kans is op hoge bloeddruk, astma, hart- en vaatziekten bijvoorbeeld, maar ook je mentale welzijn vaart er wel bij, omdat bewegen in de natuur stress helpt reduceren en burn-outs tegengaat. Natuur draagt ook bij tot een divers microbioom, wat onze immuniteit ten goede komt.
Door toenemende verstedelijking geraken mensen echter vervreemd van de natuur. Dat is niet goed voor de mentale en fysieke gezondheid, maar door die vervreemding belandt ook de natuur zelf in een negatieve spiraal. Als mensen zich niet meer verbonden voelen met de natuur, zullen ze er ook minder voor opkomen en minder moeite voor doen. Dat heeft gevolgen voor onze biodiversiteit en voor het klimaat.
Daarom willen we zorgen voor meer natuur in de buurt van mensen, zodat mens en natuur samen kunnen blijven floreren en functioneren. Dit doen we niet alleen, maar samen met partners.
Waarom natuur goed is voor mens, maatschappij en planeet
De laatste jaren is het onderzoek naar natuur en gezondheid sterk toegenomen en duikt er steeds meer bewijs op dat een grotere blootstelling aan een natuurlijke omgeving zoals stadsparken, bossen, natuurreservaten, nationale parken en water (rivieren, meren, vijvers en de zee) gepaard gaat met een brede waaier aan positieve effecten op de gezondheid en het persoonlijke en sociale welzijn (Boyd et al., 2018). We zetten die voordelen hieronder op een rij, met verwijzing naar de wetenschappelijke onderzoeken daaromtrent. Uiteraard zijn er nog meer studies over dit onderwerp, wij halen slechts de belangrijkste aan tot 2018.
Natuur is goed voor je lichaam: fysieke voordelen
Een dag doorbrengen in het groen zorgt niet enkel voor een gezonde eetlust en een goede nachtrust, er zijn voor de mens nog veel meer gezondheidsvoordelen verbonden aan de natuur.
Er wordt meer vitamine D aangemaakt door de blootstelling aan zonlicht, al heb je dat voordeel overal als je buiten loopt en niet alleen in de natuur. Toch blijf je in een aangename natuurlijke omgeving vaak langer buiten dan in het drukke stadsgewoel. Vitamine D speelt een belangrijke rol bij immuniteit en zorgt voor het behoud en de groei van stevige botten en tanden.
Het immuunsysteem wordt bovendien bevorderd door contact met grondbacteriën in natuurgebieden.
Een betere luchtkwaliteit met minder fijnstof, zoals in de natuur het geval is, zorgt ook voor minder allergieën en minder kans op astma.
Een groene omgeving zorgt voor een grotere motivatie om positieve, gezonde gewoontes aan te nemen, zoals meer bewegen en sporten. Ook hou je in een natuurlijke omgeving een fysieke activiteit langer en beter vol vanwege de optimale omstandigheden zoals de voormelde betere luchtkwaliteit, minder lawaaihinder en zachtere omgevingstemperaturen. Een betere conditie zorgt voor een lagere bloeddruk, minder obesitas en diabetes, en minder hart- en vaatziekten.
Meer groen gaat de extreem schadelijke gezondheidseffecten van hittegolven en de daarmee gepaard gaande ozonpieken tegen. Dat zien we duidelijk in zogenaamde hitte-eilanden, zones in steden en dorpen waar er weinig tot geen groen is en de gemiddelde temperatuur bij hittegolven aanzienlijk hoger is dan in aanpalende zones met meer groen. Volgens Sciensano liggen die hittepieken aan de basis van een aanzienlijke oversterfte. Sinds 2000 zijn er in de zomer al enkele tienduizenden mensen in België overleden en daarbij is sprake van een duidelijke correlatie met de frequentie en intensiteit van hittegolven (Bustos Sierra & Asikainen, 2017). We stelden zelfs vast dat de oversterfte in de zomer hoger is dan het jaarlijkse aantal verkeersdoden (bronnen: Sciensano en Statbel). Door het aantal groene en blauwe oppervlakten (voornamelijk bomen en open water maar ook struiken, groendaken en gevels) te verhogen, kunnen we die negatieve gezondheidseffecten inperken.
Een laatste aspect dat regelmatig wordt aangehaald in relatie tot de helende kracht van groen is geluidsgevoeligheid. Geluidsgevoeligheid is deels genetisch bepaald, en hoewel iedereen in zekere mate gevoelig is voor geluid, reageert een geluidsgevoelig persoon negatiever en sterker op zowel hoge als lage geluidsniveaus dan de rest van de bevolking (Ojala et al, 2019). Een bezoek aan een groene omgeving kan bijzonder positief zijn voor iemand die erg gevoelig is voor geluid omdat zo’n omgeving vaak rust biedt. In een verstedelijkte omgeving is dat voor mensen die lijden aan stress en angst een zeldzame gewaarwording. Uit onderzoek blijkt trouwens dat geluidsgevoelige personen vaak ook meer naar de natuur gericht zijn (Okokon et al., 2015).
Meer contact met de natuur vergroot ook de kans op succesvolle en gezonde zwangerschappen met een hoger geboortegewicht van de baby en een lagere kans op postnatale depressie, cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit.
Bibliografie
- Boyd, F., White, M.P., Bell, S.L., Burt, J. (2018). Who doesn’t visit natural environments for recreation and why: a population representative analysis of spatial, individual and temporal factors among adults in England. Landscape and Urban Planning, 175, 102–113.
- Bustos Sierra, N., Asikainen, T. (2017). Rapport over de surveillance van de mortaliteit door alle oorzaken in België in de zomer van 2017. Week 20 (15/05/2017) tot 40 (08/10/2017). Sciensano. Retrieved on 25th of July 2019 from https:// www.sciensano.be/nl/biblio/rapport-over-de-surveillance-van-de-mortaliteit-door-alle-oorzaken-belgie-de-zomer- van-2017
- Li, Q., Kobayashi, M., Wakayama, Y., Inagaki, H., Katsumata, M., Hirata, Y., Hirata, K., Shimizu, T., Kawada, T., Park, B.J., Ohira, T., Kagawa, T., Miyazaki, Y. (2009). Effect of phytoncide from trees on human natural killer cell function. International Journal of Immunopathology and Pharmacology 22(4), 951–959.
- Okokon, E.O., Turunen, A.W., Ung-Lanki, S., Vartiainen, A.K., Tiittanen, P., Lanki, T. (2015). Road-traffic noise: annoyance, risk perception, and noise sensitivity in the Finnish adult population. Int. J. Environ. Res. Public Health 26, 5712-5734.
Natuur is goed voor je geest: mentale voordelen
De natuur helpt je om tot rust te komen, je hoofd leeg te maken en energie te tanken. Het is een plek om even te deconnecteren - er is immers geen wifi - zodat je weer kunt focussen op wat belangrijk is. Iedereen heeft deze vorm van ontspanning en herbronning ongetwijfeld al eens ervaren tijdens een boswandeling, maar er zijn ook wetenschappelijke bewijzen voor. Zo dalen je cortisolwaarden sterk in de natuur, waardoor je minder stress ervaart. Hieronder lijsten we nog enkele onderzoeken op die de band tussen natuur en mentaal welzijn bevestigen.
Onderzoek naar omgevingsvoorkeuren heeft aangetoond dat natuurlijke omgevingen vaker een positieve reactie uitlokken dan bebouwde omgevingen (Van den Berg & Staats, 2018). Naar aanleiding van die vaststelling hebben verschillende omgevingspsychologen een aantal theorieën opgesteld over de positieve, helende impact die mensen ervaren wanneer ze interageren met de natuur. Een van de theorieën die dieper ingaat op de manier waarop de natuur onze gezondheid bevordert, heet de Stress Recovery Theory (SRT, Ulrich 1984). Volgens SRT lokt contact met een natuurlijke omgeving al na enkele minuten affectieve reacties uit in ons onderbewustzijn. De verklaring hiervoor kan gezocht worden in onze ontstaansgeschiedenis: het overgrote deel van onze evolutie hebben we in nauw contact met de natuur geleefd, waardoor ons zenuwstelsel gevoeliger is voor positieve prikkels uit een natuurlijke omgeving dan uit een verstedelijkte omgeving.
Een andere belangrijke theorie die ons helpt de positieve impact van natuur op onze gezondheid te begrijpen, is de Attention Restoration Theory van Kaplan & Kaplan (1989). Daarin wordt gesteld dat de natuur automatisch onze aandacht trekt, terwijl we bij onze dagelijkse taken een bewuste inspanning moeten leveren om gefocust te blijven. Volgens deze theorie staan een verstedelijkte omgeving en onze dagelijkse taken met andere woorden gelijk aan bewuste (‘harde’) fascinatie, terwijl natuur onbewuste (‘zachte’) fascinatie stimuleert. Diezelfde zachte fascinatie werkt bevorderlijk voor ons vermogen om onze aandacht op iets te richten, terwijl harde fascinatie dat vermogen afzwakt en zo onze cognitieve mogelijkheden, zoals ons concentratievermogen en geheugen, aantast. Opdat een omgeving herstellend kan werken, moet er volgens Kaplan dus aan vier voorwaarden voldaan zijn: het gevoel dat men de dagelijkse taken en zorgen even - hoe tijdelijk ook - los kan laten, een goede compatibiliteit tussen de eigen voorkeuren en de omgeving, een coherente natuurlijke omgeving en zachte fascinatie.
Er is ook een neuraal mechanisme dat de helende impact van natuur op ons mentale vermogen kan verklaren. De visuele leesbaarheid van de natuur werd voor het eerst opgemerkt door Benoît Mandelbrot, een Frans wiskundige die onderzoek deed naar fractalen in de natuur. Een fractaal is een geometrische figuur waarbij eenzelfde patroon voortdurend herhaald wordt, op steeds kleinere schaal. Mandelbrot vond deze fractalen onder meer terug in verschillende ritmische natuurpatronen. Op het eerste gezicht lijkt deze fysieke ‘taal’ van de natuur erg complex, gedetailleerd en moeilijk om te lezen, maar eigenlijk is het tegendeel waar. Fractalen zijn erg makkelijk te lezen en te ontcijferen voor onze hersenen omdat we te maken hebben met eenzelfde patroon dat zich voortdurend herhaalt, in dezelfde vorm en volgens hetzelfde ritme. Enkel de grootte verschilt. Bovendien vinden onze hersenen deze fractalen erg aangenaam en rustgevend. Zozeer zelfs dat toen onderzoekers foto’s van fractalen toonden aan mensen, ze ontdekten dat hun hersenen alfagolven begonnen te produceren. Alfagolven brengen de persoon in een heldere maar ontspannen toestand die normaliter enkel door ervaren mediteerders kan worden bereikt (Hagerhall et al., 2008).
Bibliografie
- Hagerhall, C.M., Laike, T., Taylor, R.P., Küller, M., Küller, R., Martin, T.P. (2008). Investigations of human EEG response to viewing fractal patterns. Perception, 37(10), 1488–1494.
- Kaplan, R., Kaplan, S. (1989). The experience of nature: a psychological perspective. Cambridge University Press.
- Ulrich, R. (1984). View through a window may influence recovery from surgery. Science 224(420-1). 10.1126/science.6143402.
Natuur is goed voor de gemeenschap en de planeet
Ten slotte kunnen we de impact van de natuur op ons mentale welzijn en ons gedrag ook verklaren met het gevoel van ontzag dat natuur teweegbrengt. Ontzag is een emotie die ontstaat wanneer we geconfronteerd worden met iets zo opmerkelijks dat het ons onze mentale schema’s doet herzien (Joye & Bolderdijk, 2015). Het veroorzaakt een gevoel van verbondenheid, nietigheid, transcendentie; lichamelijk gezien kan het kippenvel veroorzaken, rillingen, tranen of het gevoel te moeten wenen. Net zoals bij andere theorieën en fenomenen met betrekking tot onze relatie met de natuur, gaat men er bij ontzag van uit dat het een evolutionair doel dient. Ontzag beïnvloedt namelijk ons zelfbeeld en zorgt ervoor dat we ons altruïstischer gedragen, wat dan weer bijdraagt tot het welzijn van de gemeenschap (Joye & Bolderdijk, 2015).
Naast omgevingspsychologische verklaringen zien we nog andere theorieën. Zo maakt de biofilie-hypothese opgang binnen de evolutionaire psychologie. Volgens die hypothese worden mensen geboren met een inherente liefde voor alles wat leeft, waardoor ze het willen beschermen en ervoor zorgen. Diezelfde liefde zorgt ervoor dat ze positief reageren op een natuurlijke omgeving. Onze intrinsieke liefde voor alles wat leeft, kan als hefboom dienen voor het welzijn van onszelf en onze planeet (Wilson, 1984).
Bibliografie
- Joye, Y., Bolderdijk, J.W. (2015). An exploratory study into the effects of extraordinary nature on emotions, mood, and prosociality. Frontiers in Psychology, 5. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2014.01577
- Wilson, E.O. (1984). Biophilia: the human bond with other species. Cambridge: Harvard University Press
Focus: kinderen en natuur
Tegenwoordig zien we dat kinderen steeds verder af staan van de natuur omdat natuur minder vanzelfsprekend is in hun omgeving. Volgens een onderzoek van Natural England (Hunt et al., 2016), dat zich toespitste op kinderen in het Verenigd Koninkrijk, werden grote geografische en socio-economische verschillen vastgesteld in de mate waarin kinderen in contact kwamen met de natuur. Vooral kinderen uit gezinnen met een laag inkomen en kinderen uit minderheidsgroepen lijken vervreemd te zijn van de natuur. Terwijl 74% van de kinderen uit de culturele meerderheidsgroep één keer per week naar een groene omgeving trekt, zakt dat aantal tot 56% bij minderheidsgroepen en lage inkomens (Hunt et al., 2016).
Technologie speelt uiteraard een rol in het feit dat kinderen minder in de natuur doorbrengen, maar er zijn ook andere factoren: kortere speeltijden op school, ouders die niet willen dat hun kind alleen buiten speelt of zich vuil maakt, en het gebrek aan groen in de buurt (Louv, 2005; Hunt et al., 2016). Al naargelang hun woonplaats maken ouders zich zorgen om verschillende veiligheidsproblemen: kinderen in steden worden geconfronteerd met een hogere criminaliteit in hun wijk, terwijl kinderen op het platteland voornamelijk moeten opletten voor drukke landwegen (Hunt et al., 2016).
Als kinderen onvoldoende met de natuur in contact komen, heeft dat een negatieve impact op hun fysieke en mentale gezondheid, hun schoolresultaten en hun cognitieve vaardigheden (Wells en Lekies, 2006 in Wells et al., 2018). Vervreemding van de natuur zorgt er ook voor dat kinderen minder natuurkennis hebben. Dat fenomeen staat bekend als ‘ecologische ongeletterdheid’ (Balmford et al., 2002 & Bebbington, 2005, beide in Wells et al., 2018). Ecologische ongeletterdheid kan ertoe leiden dat mensen zich op latere leeftijd minder verbonden voelen met de natuur, wat op lange termijn negatieve gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de planeet.
Natuur speelt in op ontwikkelingsbehoeften van kinderen
Het is bewezen dat kinderen meer buiten spelen als er meer natuur, parken of speeltuinen in de buurt zijn. Openbare groene ruimten moedigen namelijk verschillende soorten activiteiten aan waaronder actief spelen, wat een belangrijke bron van fysieke activiteit is voor kinderen (Brockman et al., 2011 in Wells et al., 2018).
In vergelijking met ‘meer traditionele’, natuurarme buitenspeeltuinen zien we dat openbare groene ruimten een aantal bijkomende voordelen voor de gezondheid en de ontwikkeling van kinderen met zich meebrengen. Zo lokken die ruimten meer fysieke activiteit uit, waardoor de motorische vaardigheden, het evenwicht en het coördinatievermogen van kinderen beter ontwikkelen (Wells et al, 2018). Ook het risico op overgewicht neemt af (Bell et al., 2008; Coley et al., 1997; Liu et al., 2007; Potwarka et al., 2008; allemaal in Wells et al., 2018). Bij kleuters die naar school gaan in een school met een biodiverse speelplaats waarin bomen, struiken, heuvels, open ruimten en speeltuigen elkaar afwisselen, werd vastgesteld dat zij ‘s nachts langer slapen en dat hun ouders positiever oordelen over hun gezondheid ten opzichte van kleuters die zich uitleven op een speelplaats met minder speel- en natuurkwaliteit (Chawla, 2015).
Spelen in de natuur is ook goed voor het sociale welzijn van kinderen. Wanneer ze buiten spelen, ontwikkelen kinderen immers hun communicatievaardigheden en gaan ze positieve relaties aan met anderen. Pestgedrag en agressie nemen af (Malone en Tranter, 2003).
Hieronder worden een aantal positieve effecten opgelijst die kinderen die veel in de natuur vertoeven kunnen ervaren. Natuur ondersteunt hen bij de ontwikkeling van de “centrale vaardigheden die nodig zijn voor een rijk, waardig leven” (Nussbaum, 2011, 33–34 in Chawla, 2015).
- Lager sterftecijfer bij kinderen
- Minder kans op astma en allergieën in bepaalde omgevingen
- Vitamine-D-productie door het zonlicht
- Meer schaduw, die beschermt tegen een overmatige blootstelling aan de zon
- Een beter motorisch coördinatievermogen en een beter evenwicht
- Meer matig tot erg intensieve fysieke activiteit
- Een gezonder gewicht en een stabielere BMI
- Beter concentratievermogen, minder afleiding en minder impulsief gedrag
- Fantasiespellen, creatief gebruik van de verschillende natuurelementen, kinderen spelen op een creatievere manier in een natuurlijke omgeving
- Rijke, multi-sensoriële ervaringen in de natuurlijke wereld
- De mogelijkheid om een band op te bouwen met een plaats
- Een betere gewaarwording van zijn omgeving
- Minder depressie, psychisch onbehagen en stress, meer energie
- Een coöperatievere en creatievere sociale omgang
- De mogelijkheid om de natuur te ontdekken en ermee te interageren om er meer over te leren
- De vrijheid om rond te lopen op onbebouwde grond die niet gecontroleerd wordt door een volwassene, de mogelijkheid om de omgeving vrij te ontdekken en te beheersen
- Het gevoel van verbondenheid en eenheid met de natuur
- Wanneer kinderen buiten spelen, bouwen ze een levenslange basis op die hen ertoe aanzet te zorgen voor de natuur, ook als ze volwassen zijn
School als facilitator voor meer blootstelling aan natuur
In België heerst er een leerplicht - geen schoolplicht - voor alle kinderen tussen zes en achttien jaar. Daarnaast is het mogelijk om kinderen vanaf 2,5 jaar naar de kleuterschool te sturen, iets wat trouwens erg aangemoedigd wordt door de Vlaamse overheid. Op basis daarvan kunnen we zeggen dat de meerderheid van de kinderen in Vlaanderen het merendeel van hun tijd op school doorbrengt, tot wel 1450 uur per jaar.
De speeltijd is een waardevol moment voor kinderen om hun batterij weer even op te laden en te bewegen. Het schoolterrein is voor veel kinderen bovendien de meest toegankelijke manier om met de buitenwereld in contact te komen en de inrichting ervan kan dan ook worden beschouwd als een doeltreffende strategie om een gezonde levensstijl op school en thuis te promoten bij kinderen (Van Sluijs et al., 2007 in Jansson & Mårtensson, 2012). Daarnaast verkleint contact met de natuur op school de verschillen tussen kinderen die ontstaan doordat hun ouders een ander inkomen hebben of deel uitmaken van een minderheidsgroep.
Uit verschillende evaluaties van groenprojecten op school blijkt dat er minder vaak een strijd ontstaat over speelmateriaal en dat leerlingen beter samenwerken en hoffelijker zijn tegenover elkaar wanneer er verschillende groene landschappen aanwezig zijn op het schoolterrein (Malone & Tranter, 2003). Er is ook bewijs dat kinderen op een andere manier spelen in natuurarme omgevingen dan op een speelplaats met bomen en gras. Wanneer kinderen zich kunnen uitleven in een kwalitatieve, natuurlijke omgeving, kunnen ze onder meer afwisselen tussen energieke loopspelletjes en fantasiespelletjes. De vele losse natuurelementen helpen hen ook om hun spelletjes flexibeler in te richten (Wells et al, 2018). Bovendien stimuleren spelletjes in de natuur hun creativiteit en zo uiteindelijk hun taalontwikkeling en hun samenwerkingszin (Wells et al, 2018). Onderzoek toont zelfs aan dat kinderen die toegang hebben tot een grote buitenomgeving met veel verschillende groenelementen een betere fysieke en mentale gezondheid hebben.
Wat nu precies de kenmerken van een optimale speelomgeving zijn voor kinderen werd vastgelegd in de OPEC-tool (Outdoor Play Environment Categories, Mårtensson, F., 2013 in Wells et al, 2018). Kleuters die toegang hebben tot een buitenomgeving met een hoge OPEC-score blijken niet enkel fysiek actiever te zijn, maar kunnen zich ook beter concentreren, hun algemeen welzijn is hoger en ze slapen beter (Mårtensson et al., 2009 in Wells et al, 2018). Dat geldt uiteraard alleen als de school voldoende speeltijd voorziet voor de kinderen. Contact met de natuur is met andere woorden een toegevoegde waarde die leerlingen beter helpt presteren.
Projectoproep Natuur in je school subsidie
Vanwege deze bevindingen wil de Vlaamse overheid onderwijsinstellingen stimuleren om hun schoolomgeving te vergroenen en daarbij voldoende aandacht te besteden aan biodiversiteit. Sinds 2022 werd daarom de projectoproep Natuur in je School in het leven geroepen.
De projectoproep Natuur in je School wil projecten die een natuuroplossing willen realiseren ter ondersteuning van een onderwijsopdracht financieel ondersteunen. Die projecten moeten tegemoetkomen aan de noden van de school op vlak van welzijn (leerlingen, personeel en andere gebruikers) en de onderwijsmissie, en dragen bij aan een robuuste en veerkrachtige Vlaamse natuur. De projectvoorstellen moeten al een uitgewerkt idee hebben over hoe de schoolomgeving ingericht zal worden.
In 2023 heeft Natuur en Bos deze oproep overgedragen aan het departement Omgeving. Kinderen blijven nochtans een belangrijke doelgroep voor Natuur en Bos. Zo is er elk jaar de Week van het Bos, die onder andere lespakketten aanbiedt aan lagere scholen om samen met kinderen de natuur in te trekken op een educatieve manier. Natuur en Bos werkt ook samen met Sport Vlaanderen multimovepaden uit in hun natuurgebieden. Dat zijn bewegwijzerde beweegpaden in het bos of in een park, met natuurlijke hindernissen of houten constructies, waarbij kinderen tussen 3 en 12 jaar verschillende motorische vaardigheden kunnen aanleren in de gezonde omgeving van de natuur.
Alle informatie hierover vind je op
Bibliografie
- Chawla, L. (2015). Benefits of nature contact for children. Journal of Planning Literature, 30(4), 433–452. https://doi. org/10.1177/0885412215595441
- Hunt, A., Stewart, D., Burt, J., Dillon, J. (2016). Monitor of engagement with the natural environment: a pilot to develop an indicator of visits to the natural environment by children - results from years 1 and 2 (March 2013 to February 2015). Natural England Commissioned Reports, Number 208. Retrieved on 15th of June 2019 from https:// assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/498944/mene- childrens-report-years-1-2.pdf
- Jansson, M., Mårtensson, F. (2012). Green school grounds: a collaborative development and research project in Malmö, Sweden. Children, Youth and Environments 22, 260-269. 10.7721/chilyoutenvi.22.1.0260
- Louv, R. (2005). Last child in the woods: saving our children from nature-deficit disorder. Journal of Leisure Studies and Recreation Education, 21(1), 136–137.
- Malone, K., Tranter, P. (2003). Children’s environmental learning and the use, design and management of schoolgrounds. Children, Youth and Environments, 13(2), 87-137.
- Wells, N., Jimenez, F., Mårtensson, F. (2018). Children and nature. In: Bird, W., van Den Bosch, M. (Eds.). Oxford textbook of nature and public health: the role of nature in improving the health of a population (pp. 167-176). UK, Oxford University Press
Hoe brengen we mensen dichter bij de natuur?
Mensen naar natuur trekken
Allereerst wil het Agentschap voor Natuur en Bos meer mensen naar onze prachtige natuur trekken. Als grootste natuurbeheerder van Vlaanderen zetten we al jaren sterk in op toegankelijkheid en natuurbeleving. We willen iedereen ‘goesting’ doen krijgen om de natuur te ontdekken. Niet alleen omdat de natuur goed is voor de mentale en fysieke gezondheid, maar ook omdat we ervan overtuigd zijn dat mensen op die manier meer respect krijgen voor de natuur en er meer zorg voor zullen dragen. Op die manier is de toekomst van onze natuur gegarandeerd.
In sommige natuurgebieden is er bewust geen belevingsaanbod om de natuur te beschermen. Enkel in gebieden waar we de recreatiedruk kunnen spreiden en in goede banen kunnen leiden, zorgen we voor een uitgebreid aanbod van routes, voorzieningen en activiteiten. We bieden verschillende vormen van beleving aan zodat zoveel mogelijk mensen er hun gading in vinden. Paardrijden, mountainbiken, wandelen, vogels spotten, joggen, kamperen, spelen of mediteren? Op onze website vind je in meer dan 300 natuurgebieden wat er allemaal te beleven valt. Uiteraard hopen we dat iedereen op de paden blijft, zijn hond aan de lijn houdt en afval weer naar huis neemt. Alleen zo kan iedereen van de natuur blijven genieten.
Natuur naar mensen brengen: natuur voor iedereen
We willen niet alleen méér mensen naar de natuur brengen, maar ook méér natuur naar de mensen brengen. Een Nederlandse studie berekende bijvoorbeeld dat 10% meer groen in je buurt een zorgkostendaling van 400 miljoen euro per jaar betekent. Daarom willen we natuur integreren in het dagelijkse leven en werk van iedereen, ook van mensen die in stedelijke omgevingen wonen, zodat iedereen de gezondheidsvoordelen ervan ervaart. Door meer natuur te creëren in niet-natuurlijke omgevingen worden bovendien meer natuurverbindingen gecreëerd, waardoor soorten gemakkelijker kunnen migreren. Dat komt niet alleen de mens, maar ook de biodiversiteit ten goede. Een gezonde mens én een gezonde natuur dus.
Hoe doen we dit? We volgen het wetenschappelijk onderzoek hieromtrent op de voet en verzamelen data om de effecten van de natuur op de gezondheid in Vlaamse context te kunnen staven. We steunen en promoten projecten van andere partners en organisaties die meer buurtnatuur willen creëren. Daarnaast realiseren we zelf zaken om natuur op wandelafstand voor iedereen te creëren.
Dit zijn onze werkdomeinen:
- Stedelijke natuur en het natuurweefselplan:
Betere ontwikkelde natuurlijke steden en dorpskernen zijn een cruciale stap om de druk op natuur in de buitengebieden te verlagen. Meer ‘natuurlijke’ steden en dorpen voor mensen verhogen de levenskwaliteit, de gezondheid en geven een cruciale boost aan de biodiversiteit. Lees binnenkort ook ons infodossier over stedelijke natuur op deze website.
- Kleine wildernissen:
Wat dacht je van een klein stukje wildernis vlak naast de deur, om in te spelen en te ravotten, te leren en te ontdekken, en vooral: te genieten van de natuur en van de buurt? Onze kleine wildernissen - geïnspireerd op het concept tiny forests - maken die droom waar in verstedelijkte omgevingen.
Wat zijn kleine wildernissen?
In elke gemeente vind je wel stukjes grond waar niets mee gedaan wordt. Natuur en Bos wil samen met gemeenten stukken braakliggende grond – minstens zo groot als een tennisveld, maar kleiner dan 50 are - in een (rand)stedelijke omgeving omtoveren tot aangename en leerrijke natuur, die verbindend werkt.
In kleine wildernissen vind je alle vormen van inheems groen, of het nu bos, struiken of heide is, al naargelang de lokale mogelijkheden. Idealiter ligt een kleine wildernis dicht bij een school, kinderopvang, zorgcentrum of een jeugdverblijf, zodat jongeren of zorgbehoevenden optimaal van dit stukje natuur kunnen genieten en het eventueel mee kunnen onderhouden. Voor onze jonge en oudere ontdekkers worden er eetbare planten, bessenstruiken, notelaars, picknicktafels, zitbankjes en andere aantrekkelijke natuurlijke elementen voorzien. Ook de kaart van citizen science wordt getrokken met insectenhotels, egelhuisjes, nestkastjes en cameravallen.
Waar vind je kleine wildernissen?
Onze eerste kleine wildernis werd gerealiseerd in Lommel. Hoe die er zal uitzien, zie je op het toekomstbeeld hiernaast. Het gemeentebestuur heeft twee locaties aangeduid. Het eerste is het Middenpleintje aan Kleine Hoef en Lismortel, met een oppervlakte van ca. 2.700 m². De naaldbomen (sparren) zijn er onlangs allemaal gekapt vanwege ziekte. Er zijn nog vijf loofbomen (drie Amerikaanse eiken en twee berken) aanwezig. De buurtbewoners zijn vragende partij voor de herinrichting van het perceeltje, waarbij de loofbomen uiteraard kunnen blijven staan. Het tweede perceel ligt aan de Quinten Metsysdreef, aan de achterkant van de WICO-campus, en heeft een oppervlakte van 5.000 m². De scholencampus WICO kan betrokken worden bij de aanleg en het onderhoud van de kleine wildernis.
Op beide perceeltjes zal er zeker aan citizen science gedaan worden. Zo zullen er bijvoorbeeld speciale nestkastjes geïnstalleerd worden met een camera in. Ze werden speciaal ontworpen voor kinderen en zijn bestand tegen alle weersomstandigheden. Ze kunnen op een paal gemonteerd worden, of bij een boom of een struik. Kinderen kunnen ze daarna nog beschilderen met de buurt, de school of de ouders. De nestkastjes worden gemaakt in een sociale werkplaats.
- Natuur in de zorg:
Mensen in contact brengen met natuur voor een betere gezondheid en meer welzijn beschouwen we als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, want natuur in onze nabijheid beïnvloedt onze gezondheid en ons welzijn op een positieve manier in alle levensfasen en bij iedereen. De natuur kan beter en concreter ingezet worden om positieve resultaten te behalen op het vlak van welzijn en gezondheid, zeker bij kwetsbare doelgroepen. Daarom willen we samenwerken en expertise inzetten zodat natuur en natuurverbondenheid een prominentere rol kan spelen in zorg, met onder andere:
Lees het dossier rond natuur in de zorg >
- Projectoproep Natuur in je Buurt:
De projectoproep Natuur in je Buurt wil projecten ondersteunen die, door middel van natuurontwikkeling of door de aanleg van natuurelementen, zowel tegemoetkomen aan een duidelijke maatschappelijke nood, als bijdragen aan een robuuste en veerkrachtige Vlaamse natuur. Ontdek de projectoproep Natuur in je Buurt >
- Natuurverbondenheid:
Gezondheidsvoordelen van natuur zijn het resultaat van verschillende routes die leiden tot meer natuurverbondenheid. Natuurverbondenheid is de mate waarin individuen de natuur beschouwen als een deel van hun identiteit. Daarnaast vergroot een hoge mate van natuurverbondenheid het draagvlak voor natuurbehoud en natuurvriendelijk gedrag. Het is daarom zowel voor het welzijn van de mens, als dat van de natuur van belang dat mensen natuurverbondenheid hebben of ontwikkelen.
- Dagelijkse portie natuur (2024-2026): Onderzoeksproject in samenwerking met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO en departement Omgeving:
Ontwikkelen van onderbouwd en begeleid activiteitenprogramma gebaseerd op de ‘Five ways to well-being’. Er is een duidelijke kentering zichtbaar: we zullen een ander verhaal moeten vertellen waarbij we onszelf niet boven maar binnen de ons omringende wereld plaatsen. Dit onderzoek draagt daartoe bij.
Download het tussentijds rapport Natuurverbondenheid (pdf - 2,39 MB)
- Luwteoases:
Samen met andere entiteiten van de Vlaamse overheid en organisaties daarbuiten werken we aan luwteoases. Natuur en Bos is partner in deze werking van het Open Ruimte Platform. Luwteoases zijn natuurlijk ingerichte plekjes die met elkaar in verbinding staan en zintuiglijke rust bieden in een drukke omgeving. Ze zijn wat afgeschermd en vormen een groene oase in een lawaaierige, fel beschenen, warme of sterk verharde dicht bebouwde omgeving. Onder meer via Natuur in je buurt kan een lokale luwteoase worden gesubsidieerd.