De mengingsvorm van een bosbestand wordt per meetpunt bepaald
aan de hand van het gemeten grondvlak, het aantal boomsoorten en of deze
al dan niet inheems. Bij bestanden jonger dan 20 jaar wordt het stamtal
gebruikt in plaats van het grondvlak.
In de afgelopen decennia is een duidelijke verschuiving zichtbaar van homogene naar meer gemengde bestanden.
Het aandeel homogene bestanden daalde tussen VBI1 en VBI2 van gemiddeld 55 % naar 43 %. Deze trend wordt bevestigd door de opmetingen van de voorbije tien jaar (42 %).
Sinds 2000 is ongeveer 14.700 hectare homogene bossen omgevormd naar meer soortenrijke bossen, met een gevarieerdere bosstructuur en een hogere weerbaarheid tegen klimaatverandering als gevolg.
Gebruikte definities:
Analyse op basis van de volledige dataset van de eerste
bosinventaris (VBI1, veldwerk 1997-1999), de tweede bosinventaris (VBI2,
veldwerk 2009-2018) en de derde bosinventaris (VBI3, veldwerk
2019-2023).