Maten op vissoorten – Beschermde soorten
Maten op vissoorten
Vissen die kleiner zijn dan de minimummaten of groter dan de maximummaat, moet je onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst vrijlaten. De lengte wordt gemeten van de punt van de bek tot het uiteinde van de staartvin. Je kan best steeds een meetlatje op zak hebben.
Beschermde soorten
19 vissoorten en de inlandse rivierkreeft zijn in onze wateren zeer zeldzaam. Om deze soorten in stand te houden, mag je ze niet meer vangen. Laat deze vissen na eventuele vangst dan ook onmiddellijk en voorzichtig vrij in het water van herkomst. Het betreft de volgende soorten: atlantische zalm, beekprik, bermpje, bittervoorn, elft, fint, gestippelde alver, grote marene, grote modderkruiper, houting, inlandse kreeft, kleine modderkruiper, kwabaal, rivierdonderpad, rivierprik, steur, vetje, vlagzalm, zeeforel en zeeprik.