Beninksberg
Dit natuurgebied is een van de mooiste voorbeelden van de voor het Hageland typische ijzerzandsteenheuvels of Diestiaanheuvels. Hij steekt meer dan vijftig meter boven de omgeving uit. In tegenstelling tot andere Diestiaanheuvels, bleef de Beninksberg onbebouwd. De omgeving van de heuvel is landschappelijk beschermd sinds 1977. De Vlaamse overheid verwierf in 1991 het grootste deel van de heuvel en beheert er ondertussen 50 hectare. De gewesteigendommen vormen sinds 1993 het Vlaams natuurreservaat Beninksberg. De Beninksberg valt best te bezoeken als onderdeel van een ruimere landschapswandeling over de Diestiaanheuvels, bijvoorbeeld vanuit de parking aan het kruispunt van de blauwmolenstraat en Klein-Vlasselaar in Wezemaal of de Moedermolen in Gelrode.
Omwille van het verplaatsen van het raster is het tracé van de wandelpaden aanzienlijk beperkt.
Volg boswachter Gert van het Meetshovenbos op Instagram.
- Prachtige panorama's over de Wingevallei.
- Aanwezigheid van eikenpage.
- De holle wegen rondom het reservaat bieden een afwisseling van schaduwrijke bosachtige begroeiing en zonbeschenen soortenrijke ruigtes.
- De houtkanten zijn ideale nest - en schuilplaatsen voor steenmarter en geelgors.
Historische achtergrond
De Beninksberg vormt één van de meest uitgesproken voorbeelden van de voor het Hageland typische Diestiaanheuvels. Die heuvels zijn zandbanken uit de voormalige Diestiaanzee die zijn achtergebleven toen de zee zich zeven miljoen jaar geleden terugtrok. De Beninksberg steekt meer dan 50 meter boven de omgeving uit en biedt zo prachtige panorama's over de aangrenzende Wingevallei.
Talrijke vondsten van handslagwerktuigen en ijzerslakken wijzen erop dat de Beninksberg al vroeg en intensief door de mens gebruikt werd.
Tijdens de middeleeuwen werd op de zuidflank aan wijnbouw gedaan. Tot het midden van de 20e eeuw waren de vruchtbaarste delen van de zuidflank in gebruik als akker. Na de tweede wereldoorlog werden ze even gebruikt als perzikboomgaard. Op de zuidhellingen zijn nu nog terrassen zichtbaar die herinneren aan een vroeger landbouwgebruik.
Grote delen van de onvruchtbare en stenige gronden op de heuvel zijn vermoedelijk van oudsher begroeid met schrale bos- en heidevegetaties, die gebruikt werden voor het grazen van vee en het kappen van brandhout. De heuvel werd ook regelmatig afgebrand.
Op de noordoostelijke flank van de heuvel zijn er nog sporen zichtbaar van schuttersputten en verbindingsgrachten die gegraven werden bij het begin van de eerste wereldoorlog. Begin van de jaren 70 werd een groot deel van de heuvel beploegd en bebost met fijnspar en douglas. Waar de aanplantingen mislukten of achterwege bleven, ontstond een meer gevarieerde vegetatie van heide en loofbos.
Flora
De noord- en zuidflank verschillen vrij sterk. De droge en schrale zuidhelling wordt gedomineerd door struikheide en pijpenstro. In de boomlaag overheersen ruwe berk en zomereik, dit in successie naar beuken - eikenbos. Op de open plekken zijn zandblauwtje, bosdroogbloem, mannetjesereprijs, fraai hertshooi, pilzegge, gewone brem, schapezuring en gaspeldoorn aanwezig.
Op de koelere noordflank wordt de kruidlaag gedomineerd door blauwe bosbes. Op de vochtigste plaatsen komen zeldzame planten als gewone dopheide, koningsvaren en liggende vleugeltjesbloem voor.
De holle wegen rondom het reservaat bieden een afwisseling van schaduwrijke bosachtige begroeiing en zonbeschenen soortenrijke ruigtes. Zeldzame soorten als eikvaren, grasklokje, rapunzelklokje, blauwe knoop en grote veldbies hebben hier een groeiplaats.
De houtkanten zijn ideale nest- en schuilplaatsen voor steenmarter en geelgors. Andere kleine landschapselementen zijn een oude zandgroeve en een veedrinkpoel.
Fauna
Op de Beninksberg vind je heel wat algemene vlindersoorten, maar ook de eikenpage werd hier gesignaleerd. Verder tref je op de warmere zuidhelling heel wat warmteminnende soorten aan zoals de sikkelsprinkhaan, mierenleeuw, groene zandloopkever en tijgerspin.
De levendbarende hagedis is eveneens warmteminnend en ook de hazelworm vindt hier een geschikt biotoop. In het poeltje tref je de alpenwater- , de vinpoot- en de kleine watersalamander aan. Zeer algemene soorten zoals bruine kikker vind je ook in de omgeving. Konijnen, hazen, vossen en reeën worden regelmatig waargenomen, naast kleinere zoogdieren zoals de bosmuis, hermelijn, steenmarter, bunzing, rode eekhoorn en eikelmuis.
Routes
Voorzieningen
Boswachter
Nuttige Links
Hoe geraak je er?
Ingang
Parking hoek Blauwmolenstraat - Klein-Vlasselaar, 3221 Holsbeek
Met het openbaar vervoer:
Stippel je route uit op www.delijn.be, www.belgiantrain.be/nl of via www.googlemaps.be (optie openbaar vervoer aanklikken).
Toegankelijkheid
Bekijk of er een toegankelijkheidsregeling is voor dit gebied >