- Overzicht
- Commentaren (0)
- Praktische info
#lembeeksebossen, #bellebargiebos
Dit boscomplex strekt zich uit over Lembeke, Oosteeklo en Waarschoot. Het ligt op een zandrug die loopt van Oedelem tot Stekene. Een kleine 64 ha is toegankelijk en iets meer dan 80 ha is bosreservaat Ga dit bos verkennen via twee lussen van de Lembeekse Bossenroute. Na een stevige wandeling kun je aan de noordzijde van het bos nagenieten in één van de horecazaken. Het Bellebargiebos is een vochtig loofbos langs de Burggravenstroom. Let hier zeker op de dikke stammen van eeuwenoude prachtige zomereiken.
De troeven
- Gevarieerd landschap
- Rust
- Wandelparadijs
- Zware oude eiken
- Horeca
De bossengordel van Lembeke-Waarschoot kunnen we indelen in drie grote zones: naaldbos in het noorden, akkers en weiden, omzoomd door houtkanten en houtwallen in het midden en vochtig loofbos ten zuiden van de Burggravenstroom. De Lembeekse Bossen zijn eigendom van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en van privépersonen. Ze worden beheerd in samenwerking met privéboseigenaars en het Agentschap voor Natuur en Bos.
Een onthoofde mijnstutter
In het naaldhoutbos komt veel grove den voor. Deze boom doet het goed op mineraalarme zure zandgrond. Door zijn soepelheid en buigzaamheid werd hij jarenlang gebruikt om mijngangen te stutten. Aangezien dat nu niet meer nodig is, wordt dit naaldbos geleidelijk aan omgevormd tot een gevarieerd loofbos om het bos natuurrijker te maken.
Onder de ijle kroon krijgen stekelvaren, adelaarsvaren, bramen, berken en lijsterbessen nog een kans. In de open plekken vinden we planten van de heischrale graslanden: struikheide, tormentil, schapenzuring, mannetjesereprijs … Zwarte mees en kuifmees zijn typische bewoners van deze dennenbossen.
Een houtige, stekelige kant
De houtkant bestaat hoofdzakelijk uit zwarte els, hazelaar, wilde lijsterbes, Gelderse roos, sleedoorn, hondsroos en sporkehout. Daartussen vlechten zich de lianen van wilde kamperfoelie, haagwinde en hop.
Het kleurenpallet van bloeiende struiken en kruiden in de lente, de warme geurige rust van de zomer met dansende vlinders op het mozaïekspel van licht en schaduw, de verscheidenheid en kleurenpracht van vruchtdragende struiken en zaaddragende planten in de herfst ontroeren veel boswandelaars. In de winter ademt alles rust uit. Sommige knoppen staan al klaar om open te barsten, vol nieuw leven.
Bosreservaat Bellebargiebos
Het Bellebargiebos is een bosreservaat. Dit waardevolle bos kreeg deze speciale bescherming door de belangrijke natuurwaarden in dit bos. Het Bellebargiebos is al erg lang bos. Daarom vind je hier nog altijd een bijzonder waardevolle flora. In het bos staan verschillende heel oude zomereiken (sommige meer dan tweehonderd jaar oud) en beuken. Planten als speenkruid, bosanemoon, salomonszegel, dalkruid, bleeksporig bosviooltje en rankende helmbloem wijzen op de zeer oude geschiedenis van dit bos. Het dode hout dat boswachters met opzet laten liggen, is het leefgebied voor zowel paddenstoelen als insecten, zoogdieren en vogels. Wie goed in de bomen speurt, zal regelmatig een eekhoorn of goudhaantje tegenkomen en 's nachts is de bosuil er actief.
Bakkers-, Bellebargie- of Kwadebossen
Deze bossen worden in de volksmond ook de Bakkersbossen of de Bellebargiebossen genoemd. Vroeger kapten de plaatselijke bakkers regelmatig bomen voor hun ovens. Tijdens de 15de eeuw werd het brandhout met trekschuiten (bargies) langs de Burggravenstroom, het Brakeleiken en de Lieve naar Gent gebracht. Ter hoogte van het bos was een bel om zich aan te melden. Vandaar Bellebargiebos. Het gebied wordt ook wel eens Kwadebossen genoemd door de zeer dichte begroeiing na hakhoutbeheer.
Ode aan de eik
Zomereiken kunnen een leeftijd bereiken van driehonderd tot vijfhonderd jaar. Op verschillende plaatsen in het Bellebargiebos komen mooie exemplaren voor die een stamomtrek hebben van ruim drie meter. De ijle boomkroon laat veel licht door. Dat leidt tot een rijke, gevarieerde ondergroei: framboos, braam, wilde lijsterbes, hazelaar, hulst, wilde kamperfoelie … De wirwar van takken en lianen vormt de nestplaats voor winterkoning, merel, zanglijster, roodborst en heggemus. Op de bodem broeden fitis en tjiftjaf.
De zomereik bloeit uitbundig om de twee tot vijf jaar. Goede zaadjaren (mastjaren) zorgen ervoor dat muizen, eekhoorntjes en gaaien een overvloed aan eten hebben.
Boomklever, boomkruiper, grote bonte specht en zwarte specht vinden in de spleten van de ruwe schors van de zomereik rupsen, larven, insecten, spinnetjes en slakken. Die vormen op hun beurt het voedsel voor buizerd, torenvalk, sperwer, havik, boomvalk, bosuil, ransuil, vos, bunzing, hermelijn…
-
Wandelknooppunten
Volgende knooppunten van Meetjeslandse Bossen liggen in het domein: 33 - 34 - 35 - 36 - 44 - 42 - 41 en 24 - 25 - 26 - 27 - 28.
Wandelknooppunt.be -
Fietsknooppunten
Volgende knooppunten van fietsnetwerk Meetjesland liggen in het domein: 5 - 11 - 17 - 20 - 26.
Fietsnet.be -
Kamperen
De bivakzone van de Lembeekse Bossen gelegen in de zijweg van de Antwerpse Heirweg.
Kom kamperen -