Warande

Van 1894 tot 1914 werd het kalkrijke Maaswater uit het Kempens Kanaal via een ingenieus stelsel van kanaaltjes naar de Warande gestuurd. Zo werden de hooilanden bevloeid om hun vruchtbaarheid te vergroten. Het hooi was bestemd voor de paarden van het Belgische leger, dat in Leopoldsburg gestationeerd was. Door de invoering van kunstmest en de komst van de verbrandingsmotor kwam hieraan een einde. De vloeiweiden werden beplant met populieren voor hun hout. Sinds enkele decennia wordt er gewerkt aan een gediversifieerd natuurbeheer. Er werden bossen aangeplant met boskers, gewone es, zomer- en wintereik, gewone esdoorn, beuk, zwarte els en berk. Enkele weilanden bleven nog behouden en hebben kenmerken van de vroegere vloeiweiden. Poelen werden aangelegd voor kikkers, salamanders en libellen.

Dankzij de bevloeiing met Maaswater werden plantenzaden uit het zuiden aangevoerd en komen er veel soorten voor die volkomen vreemd zijn aan de Kempen, zoals de herfsttijloos. Als je De Warande in de nazomer bezoekt, word je aangenaam verrast door de bloeiende herfsttijlozen. Wist je dat deze plant giftig is en niet door dieren mag gegeten worden? Verder kom je hier ook niet-typische Kempische plantensoorten tegen zoals de slanke sleutelbloem, slangenlook, kraailook en kruipend zenegroen.